Ontwikkel- en onderzoekscentrum
Voor de Duitse kantoormeubelfabrikant Sedus Stoll ontwierp ludloff + ludloff Architekten (Berlijn) een gebouw, dat de zintuigen op de proef stelt. Even goed versluierd en verhuld als een prototype, geeft het ontwikkel- en onderzoekscentrum haar geheimen maar langzaam prijs.
Omtoveren
Zo transparant als het gebouw is bij schemering, zo hard en gesloten doet de gevel aan bij felle zon. Als een baken van licht laat de monoliet zijn volume maar moeilijk inschatten. ‘Wij wilden dat het gebouw een zachte overgang zou vormen tussen de woonhuizen met traditionele puntdaken en het dertig meter hoge, bont gekleurde Sedus warenhuis, ontworpen door Sauerbruch Hutton Architekten in 2003', legt architect Jens Ludloff uit. In deze verbinding speelt het hellende dakvlak, een belangrijke rol. Alles onder een dak, was het achterliggende concept van Sedus Stoll. Met de verhuizing van Waldshut naar een nieuwe locatie in het nabijgelegen Dogern, zag het bedrijf zijn kans schoon om verschillende fasen van productontwikkeling samen te brengen in één gebouw. ‘Door ideeën en ervaringen uit te wisselen, zou een beter product ontstaan', legt Ludloff de beweegredenen van zijn opdrachtgever uit. ‘Vormgevers denken toch hetzelfde. Of je nu een stoelenserie ontwikkelt, of een huis; de stappen die je maakt zijn vergelijkbaar. Uiteindelijk moet je een idee omzetten in een product.'
Geheimen
Het idee dat ludloff + ludloff inspireerde was dat van het prototype, mede omdat die ook geproduceerd zouden worden in het nieuwe gebouw. 'Een beetje naief misschien, maar wij dachten daarbij direct aan de prototypes uit de automobielindustrie. Tot op het moment dat de jonge dames het doek er af trekken, blijft het nieuwe model voor de buitenwereld geheim. Nu is de geheimhouding in de meubelindustrie niet zo extreem, maar het concept van verhulling wilden we vertalen in architectuur.’ De stoffen omhulling versluiert niet alleen wat er in het bedrijf gebeurt, zij vormt ook de verbinding tussen de verschillende afdelingen. En met die gedachte begon de zoektocht naar een geschikt materiaal. ‘We wilden een gevelbekleding met de lichtheid van een gordijn dat plooit en zwiert in de wind,’ aldus Jens Ludloff. Door de windbelasting bleek dit onhaalbaar; om beweging te minimaliseren, moet een materiaal gespannen zijn. 'Glasvezeltextiel voldeed hieraan’, legt Ludloff uit, ‘zonder glad en structuurloos te zijn.’
Het volledige artikel is gepubliceerd in het themanummer september 2013 | Energie.
Oplevering | 2013 |
Opdrachtgever | Sedus Stoll AG, Waldshut |
Constructeur | Sobek Ingenieure |